Daryll-Ann is terug! De alternatieve rock-band, opgericht in 1988, maakt tien jaar na hun eerste reünie opnieuw een comeback — dit keer mét nieuwe muziek. De laatste show van hun tour spelen ze in Mezz, Breda. In de kleedkamer sprak ik zanger en songwriter Jelle Paulusma en bassist Jeroen Vos over hun backstage-ervaringen door de jaren heen.

Jullie hebben inmiddels heel wat podia gezien. Is er een backstage crew(lid) geweest die jullie nooit zullen vergeten?

Jelle: “Niet echt één specifiek, maar we hebben weleens in een theater gestaan waar een crew werkte die gewoon niét met elkaar praatte. Het was echt helemaal stil. Iedereen deed z’n ding, zonder ook maar één woord te wisselen, heel weird.”

Jeroen: “Misschien was het een soort experiment; hoe lang kunnen we samenwerken zonder sociaal contact?”

Is er, sinds jullie begonnen, veel veranderd backstage bij poppodia?

Jeroen: “De zalen zelf zijn erg veranderd. Wij komen nog uit het tijdperk van houten vloeren en oude zaaltjes, nu zijn het betonnen kolossen. Er wordt vaak gedaan alsof er goed over de logistiek is nagedacht, maar dan blijkt er geen lift te zijn en moet je met al je apparatuur drie trappen op.”

Jelle: “En vroeger zette de crew nog thee en koffie voor je klaar, nu zitten ze vooral op hun telefoons” [knipoog naar eigen crewlid].

Wat is de meest chaotische of onverwachte backstage situatie die jullie hebben meegemaakt?

Jelle: “Oeh, even denken… O ja! In Sneek werden ooit de ruiten van onze bus én van de kleedkamer ingegooid.”

Waarom?!

Jelle: “Geen idee, misschien was de show niet goed?”

Jeroen: “Of juist té goed?”

Jelle: “In Leiden was het nog gekker. Daar zaten we ooit in een oude kleedkamer met van die enorme ramen, zoals je die weleens in oude scholen ziet. Opeens donderde zo’n heel raam naar binnen. Glas overal, gelukkig zat er niemand onder.”

Zijn er nog dingen die jullie altijd doen voordat jullie het podium opgaan?

Jeroen: “Zeker, altijd even tanden poetsen. En haren kammen.” [de bassist is kaal].

Jelle: “Het is bij ons altijd een beetje ieder voor zich, we hebben niet een vaste yell of zo.”

En wat mag er nooit ontbreken in jullie kleedkamer?

Jelle: “Water, plat water.”

Jeroen: “En een beetje sfeer!”